Menno Mensonides en Elsbeth Valkhoff, beiden werkzaam als humanistisch geestelijk verzorger bij Justitie, behoren tot de eerste lichting studenten van de UvH. Die eerste jaren waren onwennig, pittig en inspirerend.
Menno Mensonides: “Voordat ik op de UvH terecht kwam werkte ik als docent maatschappijleer. In 1988 ben ik gaan praten op het Humanistisch Opleidingsinstituut (HOI), met Hanneke van der Hoek, toentertijd studie-adviseur. Ik kon toen niet meer aan het HOI beginnen, dus heb ik een jaar gewacht en ben ik in 1989 aan de UvH begonnen. – Elsbeth Valkoff: “Ik ben bij de opleiding terecht gekomen toen ik bezig was met de vraag naar wie ik nou echt zelf was. Ik leerde iemand kennen die op het HOI studeerde, ene Josje. Haar verhaal sprak me enorm aan: ik wilde vroeger al dominee worden maar gaandeweg in mijn leven ben ik God kwijtgeraakt. Het was dus mooi om te horen dat je ook geestelijk kunt verzorgen vanuit andere grondslag. Ik heb nog een jaar de HOI-opleiding gevolgd, en toen de UvH in 1989 startte, besloot ik over te stappen om de academische opleiding te volgen.”
Persoonlijke ontwikkeling
“Ik geloof dat bijna iedereen uit ons eerste studiejaar is gaan studeren vanuit het idee van zelfontwikkeling”, aldus Elsbeth. “Dat merkte je aan je aan het feit dat de meerderheid van de studenten ouder was, ik denk dat de gemiddelde leeftijd zo’n jaar of 35 was. Veel mensen hadden al een leven achter zich liggen en wilden zichzelf ontplooien. Ik vond het dan ook heerlijk op de UvH, met veel inspirerende docenten. Ik heb die zes jaar als een spons rondgelopen, ik heb alle kennis opgezogen die ik maar tegenkwam. Al vond ik het in het begin ook maar een beetje oude troep, die UvH: een muffig gebouw op de Van Asch van Wijckskade. Later werd dat beter”. – Menno: “We hadden thema-vakken die interdisciplinair werden benaderd en onderwezen. ‘Zoeken naar zin in de hedendaagse cultuur’ van docent Alphons van Dijk was een eye opener voor mij. Ik denk vooral vanwege de zingevingsdimensie. Die kende ik niet vanuit de maatschappijleer. Maar des temeer herkende ik deze bij mijzelf. Ik zie ook nog Rob Buitenweg voor het bord staan, met een heel schema over ‘De mens is de mens een zorg, en de mens is de mens een wolf’. Of Harry Kunneman. Een waterval van gebalde energie, mooie verzamelbegrippen en hele schema’s met verbindingen tussen maatschappelijke, culturele en persoonlijke niveaus. En weer dacht ik – net als in de opleiding maatschappijleer: ‘Ja, zo ligt het. Zo ongeveer.’
Uitdaging
Menno: “Toen wij studeerden was de UvH toch vooral een uitvloeisel van het HOI. Het was gemoedelijk, kleinschalig, we kenden iedereen en noemden iedereen bij de voornaam. We hadden ook maar een stuk of dertig, maximaal veertig studenten in dat eerste jaar.” – Elsbeth: “Ik denk dat de HOI-sfeer in de beginjaren vooral bestond doordat veel docenten van het HOI meegingen naar de UvH. Maar er werden ook dingen afgeschaft: in dat ene jaar dat ik het HOI heb gedaan, had ik een basisleergroep. Dat was bijna een therapeutisch groepje. Dat kon op het UvH echt niet meer. Ik vond het ontzettend leuk dat het wat softe HOI werd getransformeerd in de UvH. Ik kon wel wat uitdaging gebruiken. Toen het HOI academisch werd zag ik dat als een kans om alsnog een academische graad te halen.” Menno: “Je merkte dat er docenten waren die het spannend vonden om les te geven. En bij sommige docenten kreeg je enigszins kromme tenen, omdat het leek alsof ze academisch probeerden te doen. Het leek er op dat de docenten onderling wel voelden dat er een discrepantie zat tussen de echte academische nieuwe docenten en sommige HOI-docenten. Dat kwam ook terug in het onderwijsaanbod: humanistische cursussen naast humanistieke vakken”. – Elsbeth Valkhoff: “Ja, dan zaten we bijvoorbeeld allemaal op de grond aan elkaars handen te voelen. Het was denk ik even zoeken in de begintijd van de UvH, maar in de loop van de jaren is dat rechtgetrokken”.
Onwennig
Elsbeth: “De sfeer op de UvH was in het begin een beetje onwennig. We hingen als studenten een beetje als los zand aan elkaar. We wisten niet zo heel veel van elkaar. Ik ging wel eens eten met een groepje mensen, en iedereen was aardig voor elkaar. – Menno: “Er ontstonden ook wel studiegroepjes. Zo hebben we met een paar man een keer De waarheidstrechter van Harry Kunneman helemaal ontleed, en dat gaf een hele bijzondere sfeer. Het was altijd ontzettend leuk om boeken door te werken. Maar verder ontstond er niet zo veel. We waren ook niet zo jong meer, iedereen had zijn eigen leventje. Er waren maar weinig studenten die echt vrij waren van allerlei maatschappelijke verplichtingen. De meeste studenten hadden kinderen. Maar dat soort dingen wist je eigenlijk niet van elkaar.” Elsbeth: “Het niveau op de Universiteit voor Humanistiek was best pittig. Je moest steeds maar tentamens halen, papers schrijven, veel lezen, en daarnaast gebeurde er van alles met jezelf door het vormingstraject dat je tijdens de studie doorloopt. In het tweede jaar ontstond er een Universiteitsraad, en daar hebben Menno en ik ons voor aangemeld. In het begin was dat toch wel gek hoor, het was meer universiteitsraadje spelen dan dat we echt wisten wat we deden. Zo was het ook met de UvH in de begintijd, je voelde dat het zoeken was. Maar dat werd anders in de loop der jaren. En aan het einde van de studie schreef je een dikke scriptie, zeer wetenschappelijk. Je had daar een half jaar voor. Je had dan eens in de zoveel tijd een gesprek met je scriptiebegeleider, en je deed zelf onderzoek. In mijn geval ging het over de pil van Drion en voerde ik veel gesprekken met Huib Drion zelf en met mijn afstudeerbegeleider Henk Manschot, en dan soms ook met zijn drieën. Dat was een hele bijzondere tijd.” – Menno: “Een goede herinnering aan de UvH was een workshop onder leiding van Ton Jorna. We gingen in groepen uiteen en in mijn groep, tien minuten voor tijd, hebben we daar met z’n allen gewoon gezeten. In stilte. Dat was buitengewoon bijzonder, zo met z’n allen. Woorden, veel woorden, maar ook de afwezigheid van woorden, het mocht er zijn op de UvH.”
Ben
Kunt u mij in contact brengen met Elsbeth Valkhoff ? Zij is namelijk een bijzondere steun voor mij geweest, maar ik heb helaas geen contactgegevens meer.